Prehistorie
Archeologische vondsten wijzen erop dat het grondgebied van onze gemeente reeds in de oudste tijden bewoond werd.
Zijn de vondsten uit het Paleolithicum nog eerder zeldzaam, de sporen uit het Neolithicum zijn talrijker. Veelal fragmenten van stenen werktuigen zoals klingen, bijlen en schrabbers. Op het Boekhout, het hoogste punt van Binkom op de grens met Meensel-Kiezegem, werd in de jaren 1960 een mooie gepolijste en doorboorde stenen hamer teruggevonden. Het geboorde gat diende om er een steel in te zetten. De hamer wordt nu bewaard in het Stedelijk Museum van Aarschot. (afbeelding 1)
Romeinse tijd (1ste eeuw v. Chr.-5de eeuw n. Chr.)
In de 1ste eeuw voor Christus kwamen onze streken onder Romeinse heerschappij. De sporen van bewoning worden talrijker. In Binkom en Lubbeek werden dakpannen of funderingen van Gallo-Romeinse villae teruggevonden.
Ze zijn thans verdwenen, maar tot ver in de 19de eeuw hebben de Romeinse grafheuvels of tumuli het dorpslandschap mee geaccentueerd. Zij hebben de fantasie van onze voorouders soms danig geprikkeld. Een van die grafheuvels lag op de Bollenberg. Volgens een beschrijving uit 1849 moet de heuvel ooit wel 10 tot 12 meter hoog zijn geweest. De heuvel was binnenin uitgehold en ingericht als holwoning. De Alvermannekens woonden er, zo geloofde men. Kleine wezentjes begiftigd met een heuse toverkracht. En met een uiterst kiese culinaire smaak. Of ze hun toverkunstjes ten goede of ten kwade aanwendden, hing in hoge mate af van de aard en kwaliteit van het voedsel dat de dorpsbewoners hun voorschotelden. (afbeelding 2)
Vroege Middeleeuwen (5de eeuw-ca. 1000)
Allerlei Germaanse stammen bedreigden het Romeinse rijk en brachten het uiteindelijk ten val. In onze streken vestigden zich de Franken. Er is vooralsnog slechts weinig geweten over hun aanwezigheid in onze gemeente. Vermeldenswaard is zeker wel de kerstening van het Hageland in de 7de en 8ste eeuw.
Ook voor deze periode blijven de archeologische sporen onze voornaamste informatiebron. In het huidige natuurgebied De Spicht te Lubbeek werden sporen van een vroegmiddeleeuwse motte teruggevonden, de motte van Stakenborg. Een motte is een kunstmatige heuvel waarop een versterkte woontoren in hout, leembouw of steen stond. Met een omringende verdedigingsgracht diende de plek vooral als een vluchtheuvel. De vondst van de motte doet vermoeden dat het oude dorpscentrum van Lubbeek lager lag dan het huidige centrum, dichter bij de Molenbeek, in de omgeving van de Slabbaertstraat.
Late Middeleeuwen (ca. 1000-ca. 1500)
Voor de eerste maal duiken in enkele teksten de gemeentenamen op zoals we die ook nu nog kennen. De betekenis van deze namen is niet altijd even duidelijk. Binkom zou "woonplaats van de lieden van Beino" betekenen, Lubbeek "beek op de helling". Van Pellenberg dacht men vroeger dat de naam verwees naar "galgenberg" maar die verklaring wordt nu niet meer aangenomen. De naam verwijst wellicht naar een vroegere belangrijke persoon met de naam Pellen. Linden is oorspronkelijk een Voorgermaanse waternaam, later volks etymologisch als een verwijzing naar de lindeboom opgevat. Ook de verre oorsprong van de gemeentewapens stamt uit deze periode. Alleen dat van Pellenberg dateert van later, met name uit de 17de eeuw.
Het laatmiddeleeuwse Lubbeek behoorde tot het hertogdom Brabant. Voor haar bestuurlijke organisatie was het hertogdom ingedeeld in een zestal gebieden, waaronder de hoofdmeierijen Leuven en Tienen. Lubbeek vormde een eigen meierij binnen de hoofdmeierij van Leuven. De Lubbeekse meier was verantwoordelijk voor het financieel beheer, de handhaving van de openbare orde en de rechtspraak in een aantal omliggende dorpen waaronder Pellenberg. Binkom viel onder het gezag van de ondermeierij van Kumtich die op haar beurt ressorteerde onder de hoofdmeierij van Tienen.
Ook al was de Brabantse hertog een machtig man, de absolute heerschappij bezat hij niet. Zijn hertogdom was verbrokkeld in vele kleinere heerlijkheden. Deze versnippering van het grondgebied en dus ook van het gezag was een heel typisch verschijnsel voor de Late Middeleeuwen. Er waren dorpen waarin de hertog de touwtjes strak in handen hield, maar ook dorpen waarin lokale machthebbers de plak zwaaiden. Zo beslisten de heren van Linden binnen hun grondgebied over heel wat zaken vrijelijk en los van het hertogelijk gezag.
Wie een goed zicht wil krijgen op de ingewikkelde laatmiddeleeuwse machtsstructuur in Lubbeek, raadpleegt best de doctoraatsstudie Feodaal-Heerlijke verhoudingen en territoriale patronen in het Middeleeuwse hertogdom Brabant (12de-14de eeuw) met bijzondere aandacht voor de regio Leuven van professor Eduard Van Ermen.
De Late Middeleeuwen was ook de tijd waarin de parochies verder uitgebouwd werden. Rekeningen, oorkonden en andere bronnen vertellen ons over de bouwhistorie van de kerken van Sint-Martinus (Lubbeek), Sint-Kwinten (Linden), Sint-Pieter (Pellenberg) en Sint-Jan-Baptist (Binkom), over het financieel beheer van de parochie en de zielzorg voor de parochianen. De kerken staan er natuurlijk niet meer in hun oorspronkelijke staat. De tand des tijd heeft immers haar werk gedaan, zo werd de oude kerk van Linden afgebroken na een blikseminslag in 1874. Toch vallen er hier en daar nog heel wat oude en interessante architectonische restanten te bewonderen. (afbeelding 3 t.e.m. 7)
Nieuwe Tijd (ca. 1500-1789)
Anders dan de Middeleeuwen kenmerkte deze periode zich door het streven van de vorsten naar een absoluut gezag en door de uitbouw van grote eenheidsstaten. In de 16de eeuw heersten Karel V en Filips II over een reusachtig rijk dat onder meer Spanje en de Nederlanden omvatte. In de 17de eeuw kreeg Pellenberg het statuut van baronie. In Linden volgden talrijke adellijke families elkaar op als heren van Linden. De Nieuwe Tijd was ook een tijd van vele uitputtende oorlogen en onlusten. Lubbeek en de deelgemeenten hebben op geregelde tijdstippen erg geleden onder de plunderingen en andere wandaden van doortrekkende legers. Linden werd in de 16de eeuw zelfs eens totaal verwoest door opstandige Spaanse garnizoenssoldaten.
De Nieuwe Tijd bracht natuurlijk niet alleen maar kommer en kwel. Belangrijk voor de verdere geschiedenis van Lubbeek was zeker de aanleg van een verharde weg tussen Leuven en Diest. Beide steden hoopten aldus mee te profiteren van het steeds maar toenemende handelsverkeer. De aanleg van de steenweg Leuven-Diest werd in 1781 voltooid. Langs de steenweg doken herbergen op en allerlei uitingen van economische activiteit. Woonkernen kwamen er pas later –op het einde van de 19de eeuw- wanneer de stoomtram de duur van het traject aanzienlijk verkortte. De tramverbinding –met op het einde een heuse elektrische tram op de sporen- bleef actief tot de jaren 1960. Langs de steenweg ontstond ook een nieuwe parochie, Sint-Bernard. De nieuwe parochiekerk werd plechtig ingewijd in 1909. (afbeelding 8 t.e.m. 10)
1789 tot nu
In 1789 brak de Franse Revolutie uit. Het revolutionair gedachtegoed werd ook uitgedragen over de rest van Europa. In 1795 kwam het huidige België in Franse handen. Het grondgebied werd ingedeeld in departementen, kantons en gemeenten. De Franse overheersing was evenwel niet van lange duur. Het Congres van Wenen (1814-1815) hertekende de kaart van Europa. Nederland en België vormden voortaan samen het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Het verdere verhaal –de vele spanningen in het rijk die uiteindelijk resulteerden in een opstand en de oprichting van de afzonderlijke staat België- is velen bekend. Wat slechts weinigen weten, is dat een deel van die geschiedenis ook geschreven werd in onze gemeente. Tijdens de Tiendaagse Veldtocht (2-12 augustus 1831) kwamen Belgische en Nederlandse troepen ook in onze gemeente met elkaar slaags. Het wapenstilstandsverdrag tussen België en Nederland van 12 augustus 1831 vermeldt bovendien Pellenberg als plaats van ondertekening. Een gedenksteen aan het ziekenhuis van Pellenberg herdenkt deze gebeurtenis. (afbeelding 11)
Ook tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Lubbeek zwaar getroffen (zie Portrettengalerij slachtoffers Eerste Wereldoorlog - Gemeente Lubbeek). Op 19 augustus 1914 trokken eenheden van het 4de Legerkorps van het 1ste Duitse Leger door onze gemeente. Het Belgische leger had de avond voordien juist het bevel gekregen om zich terug te trekken naar Antwerpen. Enkele Belgische troepen moesten die aftocht beschermen. Het kwam tot schermutselingen tussen deze Belgische achterhoede en de Duitse invaller waarbij langs beide kanten militairen sneuvelden. Die strijd had ook gevolgen voor de burgerbevolking. De Duitsers wreekten zich op de bevolking: huizen werden geplunderd en in brand gesticht, weerloze burgers vermoord. Drieëndertig burgers lieten bij de inval op Groot-Lubbeeks grondgebied het leven. De Tweede Uitval van het Belgische leger uit Antwerpen (9-13 september 1914) bracht het strijdtoneel opnieuw tot in onze gemeente. De uitval reikte tot Linden en Pellenberg waar vooral op 10 september 1914 hevig werd gestreden. Opnieuw met schade en slachtoffers als gevolg. De oorlogsmonumenten in de kerken en op de kerkhoven herdenken de slachtoffers. Na de oorlog begon de moeizame wederopbouw. (afbeelding 12 t.e.m. 15)
Binkom, Linden, Lubbeek en Pellenberg hebben een lange tijd elk als een afzonderlijke gemeente bestaan. De grote fusieoperatie van 1 januari 1977 bracht de vier gemeenten bij elkaar. "De nieuwe gemeente is residentieel en landelijk, waarbij Binkom het landelijkst is. De geaardheid en de mentaliteit van de betrokken leefgemeenschappen zijn dezelfde. De gemeenten zijn goed met elkaar verbonden. De centra liggen op 4 tot 6,5 km van het centrum van Lubbeek dat centraal gelegen en goed uitgebouwd is": zo stond het in het Koninklijk Besluit van 17 september 1975 dat de nieuwe fusiegemeente Lubbeek in het leven riep.
Meer weten?
Wil je meer weten over de geschiedenis van de gemeente, raadpleeg dan de publicaties van de heemkundige kring Libbeke en het tijdschrift Lubbeekse Historische Tijdingen - Gemeente Lubbeek. De publicaties van de heemkring kan je bestellen via kscheys@gmail.com. Na afspraak kunnen ze afgehaald worden.
Je kan ook altijd zelf archiefopzoekingen komen doen in ons gemeentearchief. De inventarissen van de gemeentearchieven van Binkom, Linden en Lubbeek van de Franse tijd tot aan de fusie zijn raadpleegbaar op de website.
Ook al wandelend of fietsend kan je heel wat bijleren over de geschiedenis van onze gemeente. De infoborden van ons Erfgoedleerpad - Gemeente Lubbeek en van onze Fietsroute Eerste Wereldoorlog - Gemeente Lubbeek staan vol wetenswaardige historische informatie.