Ongeschikt of onbewoonbaar verklaren van een woning

Alle woningen in Vlaanderen die niet aan de minimale kwaliteitsnormen voor basiscomfort, veiligheid en gezondheid voldoen, kunnen ongeschikt of onbewoonbaar verklaard worden.

Voorwaarden

Alleen woningen of kamerwoningen die niet aan de minimale kwaliteitsnormen voldoen, kunnen ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaard worden. Gebouwen of gebouwgedeelten zonder woonfunctie, zoals een fabriekspand, niet.

Procedure

Als bewoner van een ongeschikte of onbewoonbare woning kunt u bij de gemeente een onderzoek tot ongeschiktheid of onbewoonbaarheid aanvragen. De gemeente mag ook zelf het initiatief nemen en ook andere overheden (gewest, OCMW, ...) en sociale (woon)organisaties kunnen een verzoek indienen. De gemeente moet elke klacht over woningkwaliteit of overbewoning beschouwen als een verzoek om de procedure tot ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring op te starten.

Het is aangewezen om de eigenaar of verhuurder van de woning eerst schriftelijk op de hoogte te brengen van de problemen. De gemeente beschikt over modelbrieven waarin de bewoner zijn klachten aan de eigenaar kan overmaken.

Onderzoek van de woning en beslissing

Wonen-Vlaanderen voert het technische onderzoek van de woning uit. De inspecteur adviseert de burgemeester over ongeschiktheid of onbewoonbaarheid van de woning.

Na afloop hoort de burgemeester de betrokken partijen (verhuurder en bewoners) en neemt een eindbeslissing. Met een besluit kan de burgemeester de woning ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaren:

  • ongeschikt: uw woning heeft minstens 15 strafpunten. Die strafpunten vindt u op het technisch verslag van het woningonderzoek.
  • onbewoonbaar: de bewoning houdt een veiligheids- en/of gezondheidsrisico in.

Elke woning die door de burgemeester ongeschikt en/of onbewoonbaar is verklaard, wordt opgenomen op de Vlaamse Inventaris van Ongeschiktheid en Onbewoonbaarheid (VIVOO).

Beroep tegen het besluit

Als u het niet eens bent met het besluit van de burgemeester, kunt u beroep aantekenen bij de Vlaamse minister bevoegd voor wonen. U moet een gemotiveerd beroep aangetekend versturen binnen 30 dagen na de betekening van het besluit. De opname in de inventaris wordt automatisch geschorst.

De minister heeft dan 3 maanden tijd om een beslissing te nemen. Als u mondeling wilt worden gehoord, moet u dat in uw verzoekschrift vermelden. In dat geval heeft de minister 4 maanden tijd om te beslissen.

Opgelet: als de burgemeester in het besluit vermeldt dat de onbewoonbaarverklaring niet gebaseerd is op de Wooncode, maar op de Nieuwe Gemeentewet, dan moet u zich richten tot de provinciegouverneur.

Gevolgen voor eigenaars, verhuurders en huurders

Als eigenaar van een ongeschikte of onbewoonbare woning is het de bedoeling dat u uw woning zo snel mogelijk weer in orde brengt en sancties vermijdt:

  • Als de woning na 1 jaar nog steeds op de inventaris staat, zult u als eigenaar een heffing voor ongeschikte en onbewoonbare woningen moeten betalen, tenzij de inventarisbeheerder u een vrijstelling of opschorting heeft toegekend.
  • Zolang de woning op de inventaris staat, rust er ook een recht van voorkoop op.
  • Onder bepaalde voorwaarden kan er een sociaal beheersrecht op uw woning worden ingesteld.
  • Het verhuren, te huur stellen of ter beschikking stellen van een ongeschikte of onbewoonbare woning is strafbaar. De verhuurder kan gestraft worden met een geldboete en/of gevangenisstraf.
  • De huurder kan bij de vrederechter een verminderde huurprijs afdwingen of een deel van de huurgelden terugvorderen. Het lopende huurcontract kan ook nietig worden verklaard.
  • Als de burgemeester heeft geoordeeld dat de woning niet meer kan worden bewoond, moet de bewoner de woning verlaten en (eventueel tijdelijk) verhuizen naar een andere woning:
    • Bij een eventuele herhuisvesting van de huurder kan de verhuurder opdraaien voor de kosten.
    • In sommige gevallen heeft de bewoner recht op voorrang voor sociale huisvesting of op een tegemoetkoming in de huurprijs.

Meer informatie vindt u in de brochure 'Uw woning werd ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaard. Wat nu?'.

Reglement

Decreet houdende de Vlaamse Wooncode

Op 1 februari 2008 zijn de huidige kwaliteitsnormen in werking getreden.

Opgelet: burgemeesters kunnen een beslissing tot onbewoonbaarverklaring ook baseren op artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet.

Uitzonderingen

In noodsituaties gaat de procedure tot ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring niet snel genoeg (wachten op inspectie en advies van Wonen-Vlaanderen, de betrokken partijen horen). In situaties waarbij de veiligheid of de gezondheid van bewoners, omwonenden of passanten in acuut gevaar is, kan de burgemeester zelf optreden.

De burgemeester kan in toepassing van artikel 135, §2 van de Nieuwe Gemeentewet alle maatregelen nemen die hij noodzakelijk acht, bijvoorbeeld een bevel tot ontruiming, een bevel om muren te stutten of een onbewoonbaarverklaring, zolang die maatregelen in verhouding staan tot de risico's.

Waarschuwingsprocedure

Vanaf 1 januari 2021 kan de gemeente bij de melding van problemen en gebreken in een woning kiezen voor de waarschuwingsprocedure in plaats van de procedure ongeschikt- en onbewoonbaarheid. Bij de waarschuwingsprocedure zal de gemeente een bemiddelende rol opnemen tussen de huurder en verhuurder en proberen om tot een snel herstel van de gebreken in de woning te komen. De keuze voor deze procedure is afhankelijk van de kans op succes (vb. als de gebreken snel te herstellen zijn).